Alpaca: fokkerij en producten
Naast de alpaca boerderij is een vakantiewoning.
Naast de alpaca boerderij is een vakantiewoning.
Naast de alpaca boerderij is een vakantiewoning.
De naam Lubosch Land is afgeleid van het buurtschap Lubosch, het meest westelijke punt van het dorp Ransdaal, gelegen in het Zuid-Limburgse heuvelland. Daar zijn wij in 2011 begonnen met onze alpacafarm. Sinds mei 2021 wonen wij in Bingelrade in een prachtige carréhoeve uit 1850, waar wij onze fokkerij met liefde voortzetten onder de naam Lubosch Land Alpacafarm.
Wij zijn Giel Curfs en Tanja Linders. Nadat Giel in 2010 is gestopt met zijn melkveehouderij, zagen wij op een countryshow in Groot-Brittannië enkele alpaca’s en werden op slag verliefd op deze wonderbaarlijke dieren.
In mei 2011 hebben wij onze eerste alpaca’s aangeschaft, te weten twee drachtige merries en twee jonge merries van 8 en 9 maanden oud. Het doel was om met deze dieren een start te maken met het creëren van een hoogwaardige kudde.
Inmiddels hebben we gemiddeld zo’n 25 alpaca’s met diverse kleuren vacht; daarvan zijn enkele dieren met nieuwe bloedlijnen aangekocht, allen met superieure genen.
Wij zijn in de loop van de jaren steeds meer gaan houden van de alpaca, met name natuurlijk van de dieren die wij zelf gefokt hebben. We hebben een heerlijke tamme kudde, leren nog elk jaar nieuwe dingen en kijken elk jaar weer uit naar het criaseizoen.
Met het oog op diefstal zijn al al onze alpaca’s gechipt en geregistreerd bij de Alpaca Association Benelux en hebben wij een accuraat alarmsysteem aangebracht, voor zowel de stal als de omheining van de wei.
Wij verkopen ook de mineralenbrok Alpamin en de krachtvoerbrok Alprofos; deze zijn altijd op voorraad beschikbaar in zakken van 20 kilo. Hiernaast zijn in het winterseizoen ook Fosfobeet en Alpa-Grass verkrijgbaar.
Rest ons nog te vermelden dat wij graag onze liefde en opgedane kennis overdragen. Als u vragen heeft of informatie wilt over de aanschaf van alpaca’s, staan wij u graag te woord. Belt u wel even van tevoren voor een afspraak? Ook graag indien u alpacabrokken wilt komen halen.
Omdat wij ons puur richten op de fokkerij, zijn wij niet beschikbaar voor vrijgezellenfeestjes, meet & feed, alpacaknuffelen etc.
In de afgelopen jaren hebben wij veel vragen gekregen over de alpaca. Hieronder enkele vragen mét antwoorden.
Dat ligt eraan of je gaat fokken of dat je ruinen voor de hobby/als grasmachine wilt aanschaffen.
Hobby: minimaal 3 ruinen. Een alpaca is een kuddedier plus bij twee alpaca’s is er altijd eentje de baas en de ander de haas.
Fokken: 2 drachtige, ervaren merries en 2 jonge merries, die op 2 jarige leeftijd gedekt kunnen worden.
1000 m2 per twee alpaca’s en voor elke derde daarbij 500 m2.
De afscheiding van draadgaas moet minimaal 1,50 m hoog zijn en er mag geen prikkeldraad gespannen worden, ze kunnen hierin ernstig verstrikt raken met hun wol.
Gras, altijd hooi beschikbaar, water en een mineralenbrok (1x per dag).
Eens per jaar de vacht scheren, twee keer per jaar inenten tegen Clostridium, nagels knippen indien nodig en na het scheren eventueel een anti-schurftbehandeling geven.
1 x per jaar, meestal in april of mei. Voor suri’s is één keer per twee jaar voldoende.
Absoluut niet!
Een hengst wil maar één ding en dat is de merrie dekken. Omdat de merrie geen cyclus heeft, kan zij elk moment van de dag gedekt worden. Is zij eenmaal drachtig, wil ze echter niks meer van de hengst weten. De hengst daarentegen blijft proberen haar te dekken, met veel stress, ruzie en zelfs abortussen tot gevolg.
Als duidelijk is dat een hengst geen dekhengst wordt, kun je hem het beste laten castreren. Hij kan dan gewoon in de kudde verblijven. Hengsten dulden elkaar niet altijd, en zeker ook niet altijd ruinen in hun wei, dat is een kwestie van uitproberen en eventueel de wei in stukken verdelen.
Jazeker, ze kunnen goed samen met geiten, schapen, kippen, konijnen en kleine pony’s. Let op met schapen i.v.m. wormbesmetting; zij hebben nl. dezelfde worm als alpaca’s en kunnen die evt. op hen overbrengen.
Soms, niet naar mensen, maar naar elkaar om hiërarchie te bepalen, meestal tijdens het eten.
Als een alpaca iets echt niet wil, van mens of dier, is spugen hun afweermechanisme, dus dan gebruiken ze dat soms, bijv. bij inenten.
Een drachtige merrie zal altijd naar een hengst spugen bij het testen op dracht, dit is de zgn. spuugtest.
Zo’n 95 % wel. Een vroeggeboorte komt vaker voor, maar zolang het niet te vroeg is (max. 1 maand te vroeg) kan dat geen kwaad. Wel moeder en veulen extra in de gaten houden. Soms wordt er echter een niet gezond veulen geboren, bijv. met een afwijking aan het hart of longen.
Bij afspenen scheid je de cria’s als ze ongeveer 6 maanden zijn van de moeders, zodat ze geen melk meer kunnen drinken en de moeders zich (meestal) weer kunnen gaan richten op een nieuwe dracht.
De kleintjes vinden dit niet leuk, er wordt een hoop gehumd, maar na een dikke week zijn ze er wel aan gewend. Om ze een beetje afleiding te geven, kun je het beste dan beginnen met halstertraining. Je leert dan ook eigenlijk pas het echte karakter van het veulen kennen.
Wel na een gedegen halstertraining van zo’n 6 keer per dier, verdeeld over zo’n twee weken. In het begin verzetten ze zich, gaan liggen, springen, protesteren. Maar gaandeweg leren ze wat de bedoeling is en je kunt eigenlijk niet zonder getrainde alpaca’s in je kudde, denk bijv. aan doktersbezoek. De beste tijd is om te beginnen met trainen meteen na het afspenen.
Van nature is een alpaca geen knuffeldier. Helemaal niet als je ze over hun kop wilt aaien, ze denken dan dat ze gevangen worden. Maar hoe meer je tijd besteed bij ze, hoe meer ze je zullen vertrouwen en langzaam krijg je dan toch knuffelcontact. Er zijn sowieso altijd wel een paar van nature-knuffelaars in de kudde. Belangrijk is ook hoe de moeder is: moeder relaxt, veulen ook relaxt.
Moet niet, mag wel. Een alpaca staat verder (nog) nergens vermeld en hoeft ook bijv. geen oormerk in.
Je kunt lid worden ven de Alpacavereniging AAB (Alpaca Association Benelux) en daar je dieren inschrijven in een databank. Dit kan pas nadat de dieren zijn gechipt (door dierenarts achter oor).
Om mee te kunnen doen aan shows, moet je sowieso je dieren hebben ingeschreven.
Jazeker, meestal is er één keer per jaar in Nederland een alpacashow, hier show je je dier voor een erkende jury. Het gaat dan 25% om de lichaamsbouw en 75 % om de kwaliteit van de wol.
Er zijn soms ook fleeceshows, dan stuur je de vacht van je dier op en een erkende jury beoordeelt dan de kwaliteit van de wol. De resultaten worden meestal bekend gemaakt bij een bijeenkomt van de alpacavereniging.